Koene Scheepstra kwam in 1990 aan de Bandijk in Lathum wonen en geniet sindsdien met volle teugen van zijn woonplek, de uiterwaarden en de mooie natuur in het gebied. “Er lag hier toen een rustiek dijkje”, memoreert hij. “Prachtig was het. Als stedeling die buitenaf was gaan wonen, was ik dan ook tegen verandering en dijkversterking. Tót ik het water hier hoog tegen de rand van de dijk zag staan, toen was ik één keer helemaal om.”
Waterveiligheid voorop
’s Nachts met de zaklamp de dijk controleren, met zandzakken in de weer: de dreiging van het water was voor Koene serieus voelbaar. Vooral gezien het besef dat áls dat mis zou gaan, het water zo’n zes meter hoog zou komen. Dat voorkomt de stevige dijk van nu gelukkig, maar niet voor niets is waterveiligheid prioriteit in de plannen voor het Rivierklimaatpark IJsselpoort.
Het klimaat verandert, de extremen in het weer worden groter. Er zijn maatregelen nodig om de veiligheid van inwoners tegen overstromingen ook op de lange termijn te waarborgen. En Waterschap Rijn en IJssel is aan zet in Rivierklimaatpark IJsselpoort voor de dijkversterking in het gebied, vertelt Nathalie Hoppenbrouwers.
Nathalie is sinds afgelopen oktober werkzaam voor het waterschap en is onder de indruk van de betrokkenheid van inwoners, agrariërs en andere betrokkenen in het gebied. “Er leven veel ideeën”, merkte zij tijdens de inloopavonden en werkateliers die zij meemaakte. “We gaan nu een spannende tijd in waarin beslissingen worden genomen.”
De dijk in beeld
Voor de dijkversterking is het eerste deel van het dijktraject van de grens tot de A12, al beoordeeld. “We moeten op een aantal punten aan de slag. Het – zoals het in vakjargon heet – ‘dijktraject 48-2’ dat langs de woning van Koene loopt, wordt volgens planning in 2020 in kaart gebracht.” Naar verwachting moet er iets gebeuren aan de sterkte en de opbouw van de dijk en in mindere mate aan de hoogte ervan.
Leidraad voor die beoordelingen zijn de normen uit het Nationale Deltaprogramma. Iedereen die achter een dijk woont, krijgt eenzelfde beschermingsniveau tegen overstroming – de zogenoemde basisveiligheid. Verder moeten grote groepen slachtoffers en grote economische schade uiteraard worden voorkomen en die plaatsen waar uitval van vitale of kwetsbare infrastructuur grote landelijke gevolgen kan hebben, krijgen meer bescherming. Deze doelen zijn vertaald naar eisen voor de dijken, die weer zijn vastgelegd in de wet.
Weg met dat kwelwater
Als later dit jaar vanuit één gezamenlijk toekomstperspectief verdere planvorming start, komen ook andere vraagstukken aan bod. Neem de zomerdijk in de Koppenwaard, die wellicht wordt verlaagd. “Daar zou ik niet blij mee zijn”, zegt Koene. “Nu al heb ik hier last van kwelwater als het water tegen de bandijk aanstaat.” Regelmatig moet dan de kelder leeggepompt worden en in de tuin ontstaan soms spontaan ‘bronnetjes’ van water, waardoor delen hersteld moeten worden.
“Dat zijn straks onze ontwerpopgaven”, beaamt Nathalie. “Aan dit soort vragen komen we toe als het Voorkeursalternatief helemaal bekend is. Stel dat we uitkomen op zo’n verlaging van die zomerdijk, dan kunnen we wellicht compenserende maatregelen nemen waardoor Koene minder last heeft van dat kwel. Zo zijn er dan veel meer vragen: hoe gaan we bijvoorbeeld om met de landbouw in het gebied?” Over dit soort thema’s gaan we regelmatig tijdens persoonlijke gesprekken, overleggen en inloopbijeenkomsten met belanghebbenden in gesprek.
Alles hangt met elkaar samen
“Het is een enorm ingewikkelde klus”, denkt Koene, die ook lid is van de klankbordgroep van Rivierklimaatpark IJsselpoort. “Juist omdat alles systemisch met elkaar te maken heeft. Doe je hier dit, dan heeft het gevolgen voor iets anders.”
Zo hebben afspraken over de waterverdeling – hoeveel water wordt er per rivier afgevoerd - weer invloed op de gewenste waterdaling van de IJssel in Rivierklimaatpark IJsselpoort. En wat je op een plek doet ten gunste van recreatie, is misschien weer minder geslaagd voor natuur.
Dit laatste zag Koene gebeuren in de Koppenwaard, dat nu ontsloten is voor publiek. “De reeën en dassen zijn verdwenen”, merkt hij, “er komen veel meer mensen in het gebied die hun hond los laten lopen.”
Toch is hij heel enthousiast over het proces om tot een plan voor het rivierklimaatpark te komen. “Het is een fraai traject. Iedereen kan meepraten en er komen evenwichtige keuzes uit voort.” Natuurlijk: niet iederéén kan krijgen wat hij het liefste wil, maar, zegt Koene: “Ik ben in hart en nieren democraat, dus het voorkeursalternatief dát er straks uitkomt, is het best gedragen plan.”
Waar hoopt hij zelf op? “Veiligheid is het belangrijkste.” En als het dan ook nog lukt om in het gebied recreatie te bieden voor de regio en verkoeling voor als het heet is, met ook nog een beetje natuur, dat is het al heel mooi.”
Nathalie hoopt op een efficiënte aanpak als het straks uit de uitvoering aankomt. “Ik hoop dat we werkzaamheden slim kunnen verbinden. En dat je bij wijze van spreken met dezelfde graafmachine zowel de rivierverruiming als de dijkversteviging kunt doen. Als partners kunnen we omwonenden ook in de verdere planvorming in één keer benaderen.”
Foto: dijkbewoner Koene Scheepstra (links) en Nathalie Hoppenbrouwers (rechts) van Waterschap Rijn en IJssel.